Tips voor het zaaien van gras en gazononderhoud
Ook last van een kaal gazon of meer onkruid dan gras? Het gazon in onze tuin was aardig verwaarloosd door de vorige bewoners. In droge tijden was er niet gesproeid en derhalve was het gras geel en verdord. Een paar regenbuien later was het gelukkig allemaal weer groen. Helaas bleek het merendeel geen mooi gras te zijn, maar mos en onkruid en enkele wilde woekerende grassoorten. Kortom, dit gazon had werk nodig. Bij deze een blog over de inzichten rondom het zaaien van gras en het herstellen van het gazon.
Onderhoud van het gazon
Onkruid verwijderen
De eerste stap voor een mooi gazon is het verwijderen van datgene wat er niet tussen hoort. Wilde violen, paardenbloemen en andere soorten maken het gazon minder aantrekkelijk voor het oog. Het beste is om eerst zoveel mogelijk onkruid te verwijderen. Dat kan met de hand, waarbij er zoveel mogelijk van het plantje uit de grond getrokken moet worden. Als de wortels blijven zitten, heeft het onkruid weer de kans om te herstellen.
Een andere optie is het gebruik van een onkruidsteker. Deze is vooral effectief bij een verwaarloosd gazon als eerste ronde. Steek in de vorm van een V of een kruis (x of +) om daarmee de ongewenste planten zo min mogelijk overlevingskans te geven. Hou vervolgens het gazon in de gaten en verwijder nieuw opkomende planten.
Maaien
De volgende stap is het maaien van het grasveld. Hierbij zijn een paar aandachtspunten:
- Bij de maaibeurt voor het verticuteren, maai zo kort mogelijk
- Bij andere maaibeurten maai juist niet te kort
Voor het verticuteren is een kort gazon wenselijk, dat maakt het verticuteren eenvoudiger. Bij normale tussentijdse maaibeurten is het juist raadzaam het gras relatief lang te laten. Hierdoor krijgt onkruid minder lichtinval en dus ook minder kans om te ontkiemen. Een siergazon mag iets korter (3-4 centimeter) dan een speelgazon (4-6 centimeter). In een droge periode mag daar gerust een centimeter bij als extra buffer tegen de warmte.
Verticuteren
Na het maaien kunnen we 1 of 2 keer per jaar het gras ook te verticuteren. Dat is eigenlijk niks anders dan het verticaal doorsnijden van het gras. Het heeft als doel om de bovenlaag te verwijderen. Deze bovenlaag, ook wel viltlaag genoemd, bestaat uit mos en ander organisch materiaal dat bovenop is komen te liggen. Aan de ene kant biedt het voeding, maar heeft het ook een verstikkende functie. Door de laag te verwijderen, krijg het gras weer de kans zich verder te ontwikkelen. Er is ook een ander voordeel aan verticuteren en dat is het beschadigen van de wortels van de grasplantjes. Hierdoor krijgen ze een prikkel om herstel uit te voeren en haar wortels horizontaal te laten groeien. Hierdoor wordt de grasmat voller.
Verticuteren wordt meestal aangeraden in het voorjaar (maart/april) als de bodemtemperatuur begint te stijgen en/of in het najaar (augustus/september, eventeel oktober) om de grasmat winterklaar te maken. In het laatste geval krijgt het nog de kans om te herstellen en stevig de winter in te gaan. Indien mogelijk, let ook op het weer. Een te warme dag is niet fijn voor jezelf en het gras. Kies daarom bijvoorbeeld een bewolkte dag met een graad of 15. Mocht het later op de dag gaan regenen, dan is dat meteen mooi meegenomen!
Handmatig of met de hand verticuteren?
Er zijn meerdere opties voor het verticuteren:
- Handmatig met verticuteerhark
- Automatisch met machine
Bij het handmatige verticuteren komt uiteraard wat meer spierkracht kijken. Er zijn losse harken verkrijgbaar, maar ook harken met twee wieltjes. De versie met wieltjes maakt het gemakkelijker om banen te trekken en de hark te laten rusten. Bij het verticuteren met een verticuteermachine is er weinig spierkracht nodig. Ook kan de machine iets dieper in de grond snijden. Het nadeel is wel dat een goed apparaat vaak duurder is in aanschaf en minder wendbaar. Heb je een gazon van meer dan 100m2, dan zou ik voor een verticuteermachine gaan.
Kalk en bemesting
Een mooie tuin heeft planten die voldoende voedingsstoffen krijgen. Dat betekent dat afhankelijk van de grondsoort er aandacht nodig is voor de pH-waarde en voedingstoffen. Voor gras betekent dit het strooien van kalk, om de grond minder zuur te maken. Hierdoor worden voedingstoffen beter opgenomen. Naast dat dit gunstig is voor het gras, is een minder zure grond tevens nadelig voor mos. Kortom, een dubbele functie.
Bemesting is vooral het toevoegen van mineralen aan de grond. Hierdoor kunnen planten beter groeien en worden ze sterker. Afhankelijk van de gebruikte meststoffen, varieert de zogeheten NPK-verhouding. Dit staat voor stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Vooral in het voor- en najaar groeit gras harder dan in de droge zomermaanden. Derhalve is dan een mengsel met een hogere stikstof-waarde gunstig, aangezien dit helpt met groei. In de zomermaanden is het juist belangrijk dat de plant zelf zich ontwikkelt, waaronder de wortels. Zo kan de plant beter tegen de droogte, doordat de wortels dieper in de grond zitten en meer water kunnen opnemen als het een keer regent.
Het nadeel van bemesting is dat ook onkruid er baat van heeft. Dus na het bemesten is het belangrijk om het gazon onkruidvrij te houden.
Belangrijk: kalk en meststoffen gaan niet goed samen. Daarom is het beter om eerst kalk te strooien, zodat de grond minder zuur wordt en het gras meer voedingstoffen kan opnemen. Na een week of vier kan er vervolgens mest worden gestrooid.
Sproeien
Wat betreft het sproeien zijn er eigenlijk twee opties:
- sproeien na het inzaaien
- sproeien tijdens droge periode
Na het verticuteren, bemesten en doorzaaien is het sproeien geen overbodige luxe. Het gras heeft een flinke klap gehad en zal zich moeten gaan herstellen. Het bemesten helpt met de voedingsstoffen, water met het groeiproces. Dus sproei voldoende, maar voorkom dat er plassen ontstaan. Meestal is het beter om vaker kleinere hoeveelheden te sproeien, dan ineens een lange sessie. Zo krijgt het gras en de grond de kans om het vocht goed op te nemen. Om als graszaadje te kunnen ontkiemen, is een vochtige bodem nodig. In de twee weken na het inzaaien is het belangrijk dat de bodem vochtig blijft. Kortom, dan is kort sproeien beter.
Als het een droge periode is, dan is het juist beter om lang te sproeien. Dan kan er 1 keer per week goed gesproeid worden, zodat de bodem weer vochtig is. Het vocht in de bovenlaag zal relatief snel verdampen, dus het is belangrijk dat er voldoende in de laag eronder zit. Deze periode is ook een goed om te zien hoe gezond het gazon is. Gezond gras is diep genoeg gewortel en kan het meerdere weken uithouden. Na die tijd gaat de plant in overlevingsmodus en heeft het meer te lijden. Daarom is het ook een goed idee om in de zomer niet te kort te maaien, zodat de plant minder snel uitdroogt.
Waarom kiemt mijn graszaad niet?
De graszaden hebben de juiste combinatie nodig om te kunnen ontkiemen. De belangrijkste factoren zijn:
- Bodemtemperatuur
- Bodemcontact
- Vochtigheid
Bodemtemperatuur
Net zoals de mens heeft ook graszaad een minimale temperatuur nodig om zich prettig te voelen. Waar wij vooral kijken naar de luchttemperatuur, is dat voor graszaad niet zo belangrijk. Belangrijker is de bodemtemperatuur en dan vooral enkele centimeters onder de oppervlakte. Vanaf een graad of 10° zal het graszaad kunnen ontkiemen. In periodes waarin het nog veel vriest, zeker gedurende de nacht, is het lastig om deze temperatuur te halen. Het gevolg is dat het graszaad in een soort van winterslaap blijft en dus niet ontkiemt. Overigens helpt het niet als het 40° graden buiten is. Dat heeft dan meer met uitdroging te maken.
Kansverdubbelaar: zaai als de bodem enige tijd minimaal 10 graden is, maar liever een paar graden hoger. Test dit met een simpele thermometer.
Bodemcontact
Om de grootste kans van ontkieming te bereiken is goed bodemcontact nodig. Dat wil zeggen dat het zaad rondom bedekt is met aarde. Dat wil niet zeggen dat het ingegraven moet worden. We dienen dus vooral de natuur na te bootsen. Normaliter is het de wind die zaad van planten en bomen verspreid. Na een tijdje zal een zaadje bedekt raken door wroetende dieren of wederom als gevolg van de wind. Dat contact met de bodem is dus belangrijk om goed te kunnen ontkiemen. Zaad dat bovenop een harde ondergrond ligt zal in de meeste gevallen weinig doen.
Kansverdubbelaar: hark de aarde een beetje los, zaai vervolgens in en loop of rol de aarde glad. Zo komt het zaad net onder de oppervlakte te liggen en heeft het ook de kleinste kans om later weg te spoelen.
Vochtigheid
Droog zaad zal weinig kans maken om te ontkiemen. Het dient de juiste vochtigheid te hebben, maar ook niet weggespoeld te worden. Wat betreft bevochtigen is het in de meeste gevallen nodig om ongeveer twee weken te sproeien, tenzij het tussendoor ook regent. Bij de juiste constante vochtigheid zal het meeste graszaad ontkiemen ergens tussen de 7 en 14 dagen, sommige soorten nog later. Aangezien ieder bodem anders is, is het daarom raadzaam om te kijken (of te meten) hoe vochtig de grond blijft. Kleigrond zal het vocht langer vasthouden dan losse zandgronden. Bij een bestaande grasmat kan het daarom zinvol zijn om het inzaaien in delen te doen, zodat je een beter gevoel krijgt bij hoeveel gesproeid er moet worden.
Kansverdubbelaar: spoel vooral regelmatig, maar niet teveel per keer. De bodem dient vochtig te zijn, maar niet doorweekt. Daarom is het beter om drie of vier keer per dag kort te sproeien, dan 1 keer twee uur. Sproei bij voorkeur niet als het erg warm is, aangezien het water snel zal verdampen en natte druppels mogelijk schade kan aanrichten door het vergrootglaseffect.